
Vandaag het vierde deel uit mijn opsomming ‘Met een Duitse bril op ziet Nederland er fantastisch uit‘. Dat begon met Dat wij Nederlanders zo lekker losjes zijn is niet altijd leuk voor Duitsers. Daarop volgde de vraag of we betere dienstverleners zijn en vond ik dat een beetje polderen Duitsland goed zou kunnen helpen. Vandaag gaat het om onze nieuwsgierigheid.
Ik schreef:
Het heeft er ook mee te maken dat Nederlanders vaak nieuwsgierig zijn naar wat er buiten het land gebeurt. Je moet ook wel met zo’n klein landje dat voor de helft onder de zeespiegel ligt. We lachen misschien altijd om die ene oom die altijd weer de nieuwste gadget koopt, maar onze ‘Innovationsfreude‘ zorgt er wel voor dat ontzettend veel dingen wel erg gladjes, digitaal en eenvoudig werken.
Nieuwsgierig naar alles wat nieuw is
Die ene oom uit de familie met z’n nieuwste gadgets, zo ben ik de Nederlanders wel gaan zien sinds ik in Duitsland woon. Is er een modegrill, komt er een nieuw apparaatje, horen we een nieuw buzzword? Dikke kans dat de Nederlanders er massaal mee aan de haal gaan.
En dat is soms best vermoeiend. Altijd voorop lopen en gezien worden, dat kost energie. Het is bovendien niet zonder risico. Het is toch zonde wanneer je al teleurgesteld raakt door enkele kinderziektes, dat je de nieuwigheid als een kind met het badwater weggooit?
Kat uit de boom kijken
Dat meesurfen op elke hype, heeft absoluut goede kanten. Op ontzettend veel terreinen lopen Nederlanders voorop. Of het nu gaat om online banking, het digitaliseren van bedrijfsprocessen en ga zo maar door. Vaak reageren landgenoten oprecht verbaasd wanneer iets in Duitsland nog niet geregeld is; hè? Zijn ze zó conservatief?
Ja, Duitsers kijken van nature vele katten uit de boom. Waar een Nederlander graag vlug iets zal uitproberen, wil een Duitser eerst voor 200% weten of het ook iets toevoegt. Dat zorgt ervoor dat er in Nederland wel eens een project uit de rails loopt en dat Duitsers wel eens de boot missen.
Past prima
Als je het zo bekijkt, dan passen we als buurlanden prima bij elkaar. Als de Nederlanders dan zo graag de trends in de gaten houden, dan vertellen de Duitsers uiteindelijk wel wat goed werkt. En nu we toch in familietermen spreken… Zodra de Nederlander de noviteit verveeld heeft weggeworpen, komt de oom uit Duitsland inspecteren hoe dat nieuwe ding nu echt werkt.
Zo vullen we elkaar goed aan. Het enige wat ontbreekt is dat we het de ander vragen.