
Waar het enthousiasme voor de Energiewende een paar jaar geleden in Duitsland zeer groot was, kalft het nu steeds meer af. Reden voor die toenemende aarzeling is de stijgende energierekening voor consumenten en bedrijven. SPD-leider Sigmar Gabriel heeft bij het aanvaarden van zijn ambt als minister van Economische Zaken daarom ook de portefeuille Energie naar zich toe getrokken om de omslag naar duurzame energie in Duitsland weer vlot te trekken. Zijn politieke lot hangt af van het slagen van de Energiewende.
Onzekerheden
De kernwoorden voor de hervormingen van Gabriel zijn het invoeren van meer marktwerking wat een lagere vergoeding voor leveranciers van duurzame energie inhoudt en het indammen van het aantal geplande windmolens. Vooral dat laatste stuit op kritiek uit Gabriels eigen partij de SPD. Minister-president Torsten Albig van deelstaat Sleeswijk-Holstein vindt het plan ‘economisch gezien onzin’. Het maakt volgens hem de Energiewende zelfs ‘onnodig duur’ en zorgt voor ‘aanzienlijke onzekerheden’.
Volgens Albig zet de minister van Energie de rem op precies de verkeerde plek “Duurzame energie uit windmolens op het land is juist ontzettend goedkoop. Het doel moet een kostenreductie zijn, geen mindering in de hoeveelheid duurzame energie”, schrijft hij in een brief aan de minister waar Süddeutsche Zeitung de hand op wist te leggen.
Omstreden
Het windrijke Sleeswijk-Holstein in Noord-Duitsland profiteert zeer van de windenergie. De minister-president pleit er daarom voor dat Berlijn een masterplan maakt waarmee de vervuilende kolencentrales voor 2030 gesloten kunnen worden. Een omstreden voorstel, omdat deze centrales door hun stabiliteit de gaten opvullen wanneer er geen wind of zon is.
De plannen van Sigmar Gabriel beslaan 12 a4’tjes, woensdag buigt het kabinet zich over de voorstellen. Een overzicht.
Rem op nieuwe molens en zonnepanelen
- Er moet een bovengrens komen op het aantal nieuwe windmolens en zonnepanelen dat gebouwd mag worden in Duitsland. Voor windenergie zullen andere regels gelden dan voor zonne-energie. Zo is de beperking van het aantal windmolenparken op zee tot 6,5 gigawatt tot 2020 eerder een aanpassing aan de realiteit dan een echte bovengrens. Het oorspronkelijke doel van 10 gigawatt was al bijna onhaalbaar. Voor windmolens op het land lijkt hetzelfde te gelden. Sinds 2003 lag de daadwerkelijke toename steeds onder de streefgrens van 2,5 gigawatt per jaar.
- Anders is het wat betreft de zonnepanelen. Die markt geldt als ‘dood’. Tussen 2010 en 2012 was er sprake van een echte ‘boom’. Er kwam 7 gigawatt aan panelen bij, dat mag nu maximaal 2,5 gigawatt per jaar worden. Maar in de subsidies is al zo drastisch gesnoeid, dat de markt dreigt in te storten. “Die markt is al ingestort”, zegt Erkan Aycicek energie-expert bij Landesbank Baden-Württemberg tegen Spiegel Online. De gouden jaren zijn voorbij, panelenbouwers zetten eerder in op bedrijven en particulieren die zonnepanelen puur voor eigen gebruik willen inzetten.
- De toeslag op geleverde duurzame energie daalt in 2015 naar gemiddeld 12 cent van de 17 cent nu.
- Er wordt gekeken naar de plaats van windmolens. Molens aan zee leveren weliswaar de meeste energie, maar staan vaak ook verder van grote verbruikers als fabrieken. Molens in het binnenland die wel bij een fabriek staan leveren minder energie, maar wel op een meer constant niveau. “Extra windmolens in het windrijke maar industriearme Brandenburg helpt de Energiewende niet”, zegt een expert.
- Producenten die meer dan 100 kilowatt stroom leveren moeten vanaf 2017 moeten het direct op de markt zetten. Ze krijgen daarvoor een premie waarvan de hoogte vooraf op een veiling wordt bepaald.
- Tot nu toe hoefden energiecentrales geen eco-toeslag te betalen voor eigen opgewekte stroom, wat bijvoorbeeld bruinkoolcentrales meer dan 100 miljoen euro per jaar bespaart. Er gaat nu wel gepraat worden over een minimumbedrag, afgestemd op de grote industrie. Het gaat om de details, iets wat de privileges van grote bedrijven zou kunnen indammen, kan er ook voor zorgen dat er minder snel zonnepanelen op supermarkten en fabrieken komen.
- Producenten van kolen- en gascentrales moeten een tegemoetkoming krijgen dat ze hun centrale niet sluiten ondanks het dalende rendement. Hiermee wil Gabriel voorkomen dat Duitsland op een bewolkte of windstille dag zonder stroom komt te zitten nu duurzame energie nog niet voldoende kan worden opgeslagen. De grote centrales in Noord-Rijnwestfalen zullen blij zijn met dit voornemen, maar diverse experts vinden dit voorstel onzinnig.
Vele radertjes
Met deze voorstellen onder de naam ‘EEG 2.0’ wil Sigmar Gabriel de Energiewende hervormen. Maar de terugleververgoeding (EEG) is niet de hoofdoorzaak van de problemen, zegt milieu-econoom Paul Lehmann van het Helmholtz-centrum uit Leipzig tegen Spiegel Online. “Het is slechts één van de radertjes die in elkaar moeten grijpen. Daarbij horen ook dingen als het uitbreiden van het netwerk, het managen van de vraag of zoiets als gebiedsplanning wanneer het gaat voor optimale plekken voor nieuwe windmolens of zonnepanelen.”
Een heikel thema durft Gabriel nog niet te nomen. Zo staat er tussen de voorstellen niets over de vrijstellingen van de eco-toeslag voor grote bedrijven die nu wordt onderzocht door Brussel. De kritiek is dat consumenten en het mkb de energierekening van de grootste industrie in Duitsland betaalt, die daardoor een groot voordeel heeft op concurrenten uit bijvoorbeeld Nederland.
Hervorming gaat niet ver genoeg
Vanuit Brussel reageerde eurocommissaris Günther Oettinger (Energie) gematigd positief. “Op zich gaan deze plannen de goede kant op, maar het gaat nog niet ver genoeg”, zei hij maandag in Handelsblatt. Volgens de CDU-politicus moet de regering er over nadenken de belasting op de stroomprijs te laten dalen. “Die bepaalt op dit moment de helft van de prijs.”