
Professor Dr.-Ing. Arnd Stephan verheugt zich op het Cross-Border Rail Forum op 24 mei in de Jaarbeurs in Utrecht. Het Duitse ministerie van Economische Zaken en Klimaatbescherming heeft de Duits-Nederlandse Handelskamer (DNHK) gevraagd om hier Duitse en Nederlandse experts in spoorwegtechnologie bij elkaar te brengen.
Volgens Stephan is het heel zinvol om een kijkje bij de buren te nemen. De professor spoorwegtechnologie aan de TU Dresden en directeur van het IFB Institut für Bahntechnik ziet namelijk veel grote uitdagingen op de Europese spoorbranche afkomen, die waarschijnlijk alleen samen op te lossen zijn. “In de spoorwegsector wordt vanouds vaak heel nationaal gedacht. Maar die manier van denken kunnen we gezien de uitdagingen ons helemaal niet meer veroorloven.”
Tijdens het Cross-Border Rail Forum zal de hoogleraar daarom de stand van zaken bij de Duitse spoorwegen schetsen. Hij neemt ook diverse lidbedrijven van brancheorganisatie Rail.S e.V. mee, waarvan hij de voorzitter is. “Het is voor onze branche noodzakelijk dat we met elkaar praten en kennis uitwisselen.”

De Duitse spoorwegen staan namelijk voor een aantal grote opgaven, zegt hij. “We hebben een gigantische netmodernisering voor de boeg. Van de 30.000 kilometer spoor die we in Duitsland hebben, is 20.000 kilometer dringend aan vernieuwing toe.” Daarnaast is er de politieke wens om meer mensen en goederen over het spoor te vervoeren. “En dan moeten we ook nog punctueler rijden. Dat is een onmogelijke opgave, dat moeten we eerlijk communiceren.”
Europese uitdaging: treinreizen moet sneller, goedkoper en klantgerichter
Namens de Nederlandse spoortechnieksector neemt directeur Corina de Jongh van Railforum deel aan het evenement. Ook zij ziet het belang van de uitwisseling tussen beide landen. “Beide landen werken aan het spoor om treinreizen sneller, klantgerichter en goedkoper te maken. Door nieuwe mensen te ontmoeten ontstaan nieuwe ideeën en verbindingen. En dat is hard nodig. Zowel het maatschappelijk als het economisch rendement moet omhoog.”
Stephan noemt daarbij de invoering van het European Rail Traffic Management System (ERTMS) in Duitsland, maar ook de digitalisering van het spoor dat in Duitsland onder de naam ‘Digitale Schiene Deutschland’ wordt uitgevoerd. “Er is zo veel te doen, we komen handen en dus capaciteit te kort. Dat is ook een kans voor Nederlandse bedrijven.”
De professor noemt de uitwisseling tussen Duitse en Nederlandse spoorbedrijven een kwestie van geven en nemen. “We gaan elkaar alleen maar meer nodig hebben, we hebben Europese partners nodig.” Grote projecten beginnen in het klein met persoonlijk contact, zegt hij. “Daarom is dit Cross-Border Rail Forum zo belangrijk.”

De spoorwereld stevent daarnaast op een groot probleem af, weet Stephan. “Over 10 jaar gaat zo’n beetje de helft van alle vakmensen met pensioen.” De Jongh ziet dit fenomeen ook in Nederland. “Vakpersoneel is al lastig te krijgen en dat gaat alleen maar moeilijker worden. Ook wachttijden voor bepaalde componenten en de oplopende grondstofprijzen kan samenwerking over de grens interessant maken. Wellicht kunnen Duitse en Nederlandse partijen ook samen dingen ontwikkelen die we elders in de wereld kunnen verkopen.”
Nederlandse manier van samenwerken inspirerend voor Duitsland
Vanuit Duits perspectief is de HSL-Zuid een interessant project, vindt Stephan. “We denken daarbij te veel aan wat er mis is gegaan bij de aankoop van de treinstellen. Maar het infrastructuurproject dat via een publiek private partnerschap tot stand kwam, dat is echt heel indrukwekkend geweest.”
Die manier van samenwerken is interessant voor Duitsland, zegt hij. “Als groot land moet je altijd opletten wat er in kleinere landen gebeurt. Daar worden ideeën vaak eerder, sneller en intelligenter omgezet.”
Volgens De Jongh hoort Nederland in de wereldwijde top 3 als het om asset management gaat. “Predictive maintenance is hierin steeds belangrijker. Het kunnen voorspellen waar onderhoud nodig is.” Hoe komt dit? “Net als bepaalde delen van Duitsland zijn we enorm dicht bebouwd en wordt het spoor heel intensief gebruikt. Dat vereist dus goed onderhoud en innovatie.”
De directeur van Railforum ziet al diverse succesvolle samenwerkingen tussen Duitse en Nederlandse railbedrijven. “De Duitsers passen qua cultuur goed bij ons, het klikt ook met Oostenrijkers en Zwitsers. Mede daardoor zijn al diverse Duitse partijen actief in Nederland.”
Hoewel spoorwegen traditioneel erg op het eigen land gericht waren, verwacht De Jongh dat internationalisering een grotere rol gaat spelen. “Nu werkt elk land nog met een eigen systeem, maar in Europa zal de druk voor systeemintegratie steeds groter worden. De drijvende krachten hierachter zijn grote steden die beter met elkaar verbonden willen worden. Duits-Nederlandse samenwerking biedt dus kansen.”
Cross-Border Rail Forum 2022
Corina de Jongh en Arnd Stephan zijn samen panellid tijdens het Cross-Border Rail Forum. Dit is een onderdeel van een meerdaagse delegatiereis van Duitse spoortechniekbedrijven naar Nederland.
Het Cross-Border Rail Forum vormt een belangrijk onderdeel van de handelsmissie van de Duitse spoortechniekindustrie aan Nederland. Tijdens en na dit forum krijgen Nederlandse bedrijven de kans om direct in contact te komen met de delegatie.
Meer informatie over het programma, matchmaking en de Duitse delegatie is te vinden op de website van de DNHK.
