
Baerte de Brey is manager elektrisch vervoer bij ElaadNL, het kennis- en innovatiecentrum op het gebied van laadinfrastructuur namens bijna alle samenwerkende netbeheerders in Nederland. Sinds een jaar is hij op pad in Duitsland om contacten aan te knopen met bedrijven, overheden en kennisinstellingen.
De Brey is om die reden ook betrokken bij de economische missie van de steden Utrecht en Amsterdam naar Beieren van 13 en 14 februari.
Europees denken
ElaadNL is een samenwerking van Nederlandse netbeheerders. Wat hebben jullie te zoeken in Duitsland?
Ons primaire belang is dat elektrische auto’s kunnen worden opgeladen wanneer de zon schijnt. De stroommarkt is al lang niet meer regionaal of nationaal, daarbij zijn onze buurlanden ook van groot belang. Toen het bijvoorbeeld rond de kerstdagen in Duitsland stormde, leidde dat in delen Europa tot negatieve stroomprijzen. Wie toen dus zijn auto aan het opladen was, kreeg geld toe.
Wat is jullie belang?
Dat de stroommarkt in heel Europa in een goede balans is, en daarvoor kunnen we niet om Duitsland heen. En we komen ook op voor de mensen met een elektrische auto die wel eens naar Duitsland willen rijden. In Nederland kunnen ze met één pasje overal opladen. In Duitsland heb je op het traject Berlijn-München wel 5 pasjes nodig. Dat is veel te veel gedoe. We gaan voor consumentengemak, dus zijn we gebaat bij Europese standaarden rond laadinfrastructuur.
Samen standaarden ontwikkelen
Waar kijk je dan bijvoorbeeld naar?
Dat er eenheid is bij de laadpalen zelf, maar ook vraagstukken rond cyber security. We lopen in Nederland misschien op dit gebied voor, maar we zijn zo klein dat we alleen succes kunnen hebben als we de samenwerking zoeken met Europese partners. En dan moet je wel in Duitsland zijn. Zeker in Beieren en Baden-Württemberg zijn erg sterke automotiveclusters, waarmee we samen deze standaarden hopen te ontwikkelen.
Hoe ziet jullie Duitsland-strategie er uit?
We zijn nu een jaartje bezig. En de mensen bij de ambassade, het consulaat en de NBSO’s hebben er bij ons wel ingepeperd dat het om de lange termijn gaat. Bouw eerst een relatie op, win het vertrouwen, leer ze kennen. In die fase zitten we. Maar we hebben inmiddels al hele goede concrete contacten opgedaan, zo zitten we aan tafel bij de gemeente München en diverse grote bedrijven. Daarbij helpt de ambassade goed en we doen mee in het PIB-project E-Mobility Partners.
Miljoenen besparen
Wat heb je voor de Duitsers in de aanbieding?
Wij brengen kennis en ervaring rond laadinfrastructuur die we in de Nederlandse praktijk hebben opgebouwd. We hebben bijvoorbeeld bestekken en protocollen in het Duits laten vertalen. Een laadpaal in Duitsland kost per stuk al gauw 10.000 euro. In Nederland zijn we zo ver dat er deals plaatsvinden met gesloten beurs, zoals onlangs 2.500 palen in Brabant.
Dat kan in München ook?
Ja, daar heeft men het over vergelijkbare aantallen. De stad heeft een budget van 30 miljoen euro klaar liggen. Dat is echt veel geld. Bestuurders vertrouwden me toe dat ondanks dat de plannen er liggen en het geld beschikbaar is, het voor hen lastig blijkt te zijn om het project echt om te zetten. Juist daar kunnen wij helpen en het laatste zetje geven met onze vertaalde protocollen. Onze aanpak kan hen miljoenen besparen.
Testen met Duitsers
Wat heeft ElaadNL daar aan?
Wij willen tegelijk profiteren van de engineerskracht van de Duitse auto-industrie. We hebben al een samenwerking in Frankrijk met Renault om tests uit te voeren, dat hopen we ook met Duitse fabrikanten te bereiken.
Hoe zie je dat concreet voor je?
In de Utrechtse wijk Lombok draait het project LomboXnet. Daarbij gaan we uit van de gedachte dat elektrische auto’s als ze thuis komen na 17.00 uur misschien nog half opgeladen zijn. Die energie kunnen ze dan terugleveren aan de huizen die het op dat moment nodig hebben, zodat daar geen kolencentrale voor hoeft te draaien. Opladen kunnen ze dan weer midden in de nacht wanneer het bijvoorbeeld weer is gaan waaien. We zouden graag zien dat ook Duitse partners hier in mee willen doen.
Waarom?
Dit project is uniek op de wereld. En het heeft geen nut om hier de kaarten op de borst te houden. Juist door kennis te delen met dus bijvoorbeeld Duitse concerns, ontstaan er nieuwe kansen en ideeën.
Doordachte plannen
Je gaan deze maand mee met de missie van Amsterdam en Utrecht naar München. Wat kan je meegeven aan ondernemers die er voor het eerst bij zijn?
Stel je er op in dat het echt een andere cultuur is. Het is echt wennen, van twee kanten. Wij doen ook zaken in de VS en Frankrijk. Daar gaan dingen sneller, daar is men van de korte klap. In Duitsland wordt de zaak eerst van 3 kanten bekeken. Dat is misschien eerst lastig, maar het heeft ook als voordeel dat je echt met goed doordachte plannen moet aankomen. Nederlanders hebben er wel eens het handje van om met een goede powerpoint te presenteren wat ze willen ontwikkelen. In Duitsland moet dat andersom. Laat maar zien wat je gedaan hebt. Als je salesafdeling sterker is dan je R&D, dan heb je een kwaaie aan de Duitsers.
Hoe kunnen deelnemers zich het beste voorbereiden?
Begin lang van te voren en stel een duidelijk doel. Zo willen wij onze in het Duits vertaalde protocollen aanbieden aan politici. Dat is niet iets wat je een weekje van te voren kunt regelen, dat moet maanden van tevoren. Gelukkig helpen de organisatie van de economische missie Amsterdam-Utrecht en het consulaat-generaal in München daar goed bij. Daarna moet je zorgen dat je je boodschap komt herhalen en steeds weer op de agenda komt zetten. Laat je Duitse partners zien dat er vorderingen zijn, op die manier bouw je vertrouwen op. Deze manier van werken voelt trouwens voor onszelf ook erg goed.
Vertel!
Het is heel comfortabel. Er is geen hectiek meer op het laatste moment voor de missie. Alle plannen liggen klaar. De enige druk ligt nu bij de drukker, die van de protocollen mooie boekjes maakt.