Met de Braziliaanse voetballer Neymar gaat het momenteel niet zo lekker. Hij raakte zijn aanvoerdersband van het nationale team kwijt, is verwikkeld in schandalen en liep een ernstige blessure op. Toch was er voor hem dit voorjaar ook goed nieuws. Het Europees Gerechtshof bepaalde dat een derde zijn naam niet mocht registreren als merk.
Achtergrond van de zaak is een langlopende ruzie tussen de topvoetballer en een Portugees. In 2013 had deze laatste de merkrechten voor ‘NEYMAR’ in de EU voor kleding, schoenen en hoofddeksels weten te claimen. De Europese rechtbank komt nu tot de conclusie dat de Portugees de bekendheid van de voetballer wilde uitbuiten, waarmee de voetballer dus in het gelijk is gesteld.
In het oordeel staat dat de aanvrager van het merk moet hebben geweten dat Neymar in 2012 al bekend was als voetballer. Destijds had hij al talloze wedstrijden gespeeld voor het Braziliaanse nationale team. De Europese media hadden al breeduit bericht over zijn talent voordat hij de overstap maakte naar de club FC Barcelona. De Portugese aanvrager stelde daar tegenover dat hij de naam ‘NEYMAR’ enkel had gekozen omdat het goed klonk. Dat verweer was niet overtuigend genoeg, aldus de rechtbank.
De merkaanvrager kende de voetbalwereld goed, volgens de rechters. Hij had namelijk op dezelfde dag het merk ‘IKER CASILLAS’ aangevraagd. Dat is de naam van de bekende doelman uit Spanje.
Zaak Neymar interessant voor Nederlandse ondernemers
Deze zaak gaat over voetbal, maar is minstens zo interessant voor Nederlandse ondernemers die bijvoorbeeld zaken willen doen in Duitsland, zegt advocaat Stephan van Dülmen van STRICK Rechtsanwälte & Steuerberater uit Kleef. “Uit deze uitspraak blijkt dat het mogelijk is om de aangevraagde merken aan te vechten op grond van ‘kwade trouw’. Maar de hordes hiervoor zijn erg hoog. Bedrijven wordt daarom sterk aangeraden om hun eigen namen en merken tijdig als merk te laten beschermen.”
Het aanvechten van een gedeponeerd merk vanwege een onredelijke aanmelding is dus mogelijk, maar erg lastig, zegt Van Dülmen. “In principe geldt ‘first come, first served‘. Wij adviseren daarom altijd dat ondernemers op tijd hun merken laten deponeren, zodat een dergelijke schrappingsprocedure niet nodig is.”
Verbod om merk in Duitsland te gebruiken
Nederlandse bedrijven die de Duitse markt op willen, moeten daarbij goed opletten, merkt de advocaat in de praktijk. “Wij komen gevallen tegen waarbij een Nederlands bedrijf alleen een ‘Benelux-merk’ heeft geregistreerd.”
Ondernemers gaan er dan ten onrechte vanuit dat dit ook wel in Duitsland bescherming krijgt. “Dat is dus niet zo. Je loopt dan dus de kans dat een ander sneller is. In sommige gevallen ging het zelfs om een concurrent of een voormalige partner. Als zij eerder zijn, kunnen ze je dus verbieden om dit merk in Duitsland te gebruiken.”