De offshore windindustrie is een sector in opkomst, waar Nederlandse en Duitse partijen veel aan elkaar kunnen hebben. Dat bleek tijdens de Nederlandse Economische Missie naar Bremen en Bremerhaven op 5 en 6 maart. Duitse en Nederlandse deelnemers vertellen wat ze in elkaar zien en welke plannen ze voor de toekomst hebben.
Lees ook deze terugblik met honorair consul Hylke Boerstra en Hans Timmers van de NWEA.
Bekijk de video’s van deze deelnemers:
We hebben gedeelde belangen
Andreas Wagner, Geschäftsführer Stiftung Offshore Wind
We zijn hier omdat we veel belangstelling hebben om samen te werken met Nederland, het moederland van de windenergie, vanwege de traditionele windmolens.
Ook bij offshore is Nederland eerder begonnen dan Duitsland, inmiddels is Duitsland aan het inhalen. We zijn de nummer 2 van Europa. We zien ook de voordelen van nauwe samenwerking aan de grens.
De voordelen zitten in het uitwisselen van ervaringen, Nederland heeft veel meer ervaring met olie en gas offshore. Maar ook met de netbeheerder Tennet die in beide landen actief is. Met hen kan je grensoverschrijdende projecten bespreken, zoals een offshore windpark aan de Duitse kant van de Noordzee koppelen aan de Nederlandse kant. Op Europees niveau hebben we veel gedeelde belangen.
We vullen elkaar super aan
Carl Rasmus Richardsen, ceo Deutsche Windtechnik
We hebben een kleine entity Deutsche Windtechnik BV, bij Amsterdam, in Utrecht en een servicestation bij Groningen. We willen zeker uitbreiden in Nederland.
We zien in Nederland zo veel ervaring op het gebied van offshore bouwen, daarom hebben daar ook vestigingen geopend. Wij in Duitsland hebben weer meer ervaring op het gebied van windenergie, en het onderhoud van windmolens. Zo vullen we elkaar super aan, wij sturen onze deskundigen voor wind naar Nederland. De Nederlandse offshore deskundigen komen omgekeerd naar Duitsland wanneer hun expertise nodig is.
Profiteren van voorsprong in Nederland
Carolin Abromeit, Referatsleiterin Bundesamt für Seeschifffahrt und Hydrographie (BSH)
De Nederlanders lopen een paar jaar voor op het gebied van tendersystemen. Ze hebben daarmee al een leercurve opgebouwd, waar wij graag van willen profiteren om zo het systeem in Duitsland ook zo aantrekkelijk mogelijk te maken voor investeerders.
We kunnen de Nederlanders een hele grote markt aanbieden, ook al wordt offshore windenergie nog niet met zoveel ambitie aangepakt als in Nederland.
Duitsland heeft veel interesse in Nederland
Hans Timmers, voorzitter van brancheorganisatie NWEA
We zijn in Duitsland om dat zij veel eerder zijn begonnen met de Energiewende en omdat ze daarin ambitieuzer geweest zijn. Dus we kunnen veel leren van hoe zij dat hebben aangepakt, het is een vrij dure optie geweest, dat weet iedereen. Wij kunnen nu leren hoe we dat beter kunnen doen.
Wij hebben heel veel supply chain hier zitten, havens bijvoorbeeld, maar ook toeleveranciers en Siemens Gamesa, de grote bedrijven zitten natuurlijk ook in Duitsland. Wij leveren veel aan in die markt op dit moment. En zij kijken ook naar ons, want zij hebben straks een Noordzee die vol is voor Duitsland na 2030, en dan zien ze natuurlijk hele grote getallen bij ons in Nederland. Dus ook Duitsland is zeer geïnteresseerd in ons.
Offshore windmolens goede kans voor N-Sea
Gerard Keser, ceo N-Sea
Wij zijn traditioneel een inspectie- operatie- en onderhoudsbedrijf uit de olie en gas. Er is veel te leren door de hernieuwbare energie van hetgeen dat bij olie en gas al is geleerd, en zeker wanneer alle windmolens straks verder op zee komen, dieper water, moeilijkere omstandigheden, dan denken wij dat de kansen gaan komen om daar een rol in te spelen.
Duitsland is voor N-Sea een grote markt, de tweede markt na het VK, al jaren. Maar er is hier voor ons soort bedrijven nog veel meer te doen. En we denken dat dit goed kan gebeuren in een partnership met lokale clubs. Je kunt praten over, we gaan een partnership gebruiken om een nieuwe markt te veroveren, maar dan moet het ook gebeuren. Dus we moeten nu de daad bij het woord voegen. En we hebben nu een eerste contract samen met onze Duitse partner om uit te voeren, maar er moet een vervolg aan komen. Dus we zullen er veel energie in steken om dat te laten gebeuren.
Topsporters koppelen aan offshore windindustrie
Katja Roose, marketing & sales manager RADAC
De problemen die we gaan krijgen in water en energie en een grote energietransitie, zijn dermate groot, dat we gewoon heel veel knappe koppen en gouden handjes nodig hebben.
Dus we hebben de uitdaging om veel jongeren in die studies te krijgen, omdat er een tekort aan personeel dreigt. En dat is het belangrijkste onderdeel van onze agenda. Hoe gaan wij die jongeren bereiken zodat we later onze problemen kunnen oplossen.
In Duitsland zijn ze heel goed in het opleiden, met name het lifetime opleiden. Waar wij in Nederland weer heel goed in zijn met name vanuit de Dutch Wavemakers; wij koppelen topsporters aan studenten uit de topsector water en energie, wij zijn dus heel goed in het bereiken van die jongeren om daarmee alles op de agenda te krijgen. Dus ik denk dat daar interessante discussies uit gaan komen.
Met Duitse en Nederlandse bedrijven zien welke kant het opgaat
Willem den Ouden, managing director Centre of Expertise Water & Energy
Wij zien dat in de hele markt een grote behoefte is aan mensen die opgeleid worden voor een sector, die zelf nog heel erg in ontwikkeling is.
En wat wij willen, is kijken met welke bedrijven, met welke ontwikkelingen we het beste kunnen aansluiten, om van daaruit optimaal aan die behoefte te kunnen voldoen. En om te weten wat zich daar allemaal afspeelt, moeten we meelopen met die bedrijven. Hier zijn nu deze bedrijven allemaal vertegenwoordigd, niet alleen Nederlandse maar ook Duitse bedrijven. En dat geeft nog meer inzicht in welke kant het allemaal opgaat. En dat is voor ons ongelofelijk belangrijk. Want willen we weten welke mensen we moeten opleiden, dan moeten we weten welke mensen dat moeten zijn.