Annelies Schoevers begon 43 jaar geleden op Grüne Woche: Duitsland kickt op Frau Antje

In Kaaskoppen delen Nederlanders hun ervaringen in Duitsland. Deze week Annelies Schoevers die in 1973 voor het eerst gastvrouw was op de bekende Berlijnse landbouwbeurs de Grüne Woche. Nu, 43 jaar later, is ze er voor het laatst. Een beurs met jaar in jaar uit dezelfde ingrediënten die haar desondanks niet zijn gaan vervelen. "Heel Duitsland kickt op Frau Antje."

Kaaskoppen is de wekelijkse rubriek van Duitslandnieuws waarin ondernemende Nederlanders en Duitsers hun ervaringen delen. We vragen hoe zij hun weg vinden over de grens.

Deze week Annelies Schoevers. In 1973 werd ze als 26-jarige min of meer toevallig gastvrouw op het Nederlandse paviljoen op de publiekslandbouwbeurs Grüne Woche in Berlijn. Ze maakte er als zelfstandige haar beroep van en werd de stille kracht op vele beurzen. Ook stond ze aan de wieg van de Boerenborrel. Dit jaar was ze er voor het laatst, in functie tenminste.

Hoe word je gastvrouw op de Grüne Woche?

Via het uitzendbureau hoorde ik dat het ministerie van Landbouw nog mensen zocht voor de Grüne Woche. Dan moest je wel een beetje Duits spreken. Dat trof, want ik had net daarvoor een aantal weken als reisleidster in Duitsland gewerkt. Dus die test haalde ik makkelijk.

Wat komt er op je af als gastvrouw?

In het begin is het vooral de ontvangst van journalisten die in contact willen komen met de Nederlandse ondernemers. Daarnaast ontvang je de hoogwaardigheidsbekleders in de VIP-room. De kunst is om er voor te zorgen dat iedereen het naar zijn zin heeft. Dat moet je doen met redelijk beperkte middelen, een hapje en een drankje. En verder moet je wel eens ingrijpen als de Nederlandse standhouders zich niet helemaal aan de Duitse reglementen houden.

Vertelt u eens?

Nou, dan heb je zo’n vrolijke bloemenman die een bos tulpen voor de noodingang had geparkeerd. Dan moest ik even bemiddelen.

De Grüne Woche kan niet beginnen voordat de Duitse minister van Landbouw een blokje kaas heeft gehaald in de Nederlandse hal. Hoe is die traditie ontstaan?

Zo gaat dat altijd al. De Nederlandse minister van Landbouw – nu staatssecretaris Martijn van Dam (PvdA) – maakt op vrijdagmorgen een rondje door de Nederlandse hal met de Duitse minister van Landbouw en de burgemeester van Berlijn. Daar hoort altijd het fotomoment met Frau Antje en haar kaasplankje bij. Meestal happen ze ook nog wel een harinkje.

Kaas, haring, bloemen. Het gaat eigenlijk al jaren hetzelfde. Zijn de Duitsers niet toe aan iets nieuws?

Welnee! Ik denk dat veel bezoekers erg teleurgesteld zouden zijn als er geen haring of kaas zou zijn. Als ik hier ’s ochtends vroeg binnenloop, dan staan buiten al busladingen mensen uit het hele land te trappelen om naar binnen te mogen. Dit is voor veel mensen het uitje van het jaar. Je kunt overal dingen proeven of iets kopen. Vergelijk het een beetje met de huishoudbeurs. Verschil is dat daar vooral vrouwen komen, hier hele gezinnen. Dit trekt bijna een half miljoen bezoekers per jaar.

En Frau Antje is ook niet aan vervanging toe?

Nee! Heel Duitsland kickt op Frau Antje. Haar kaasplankje is altijd binnen de kortste keren leeg. Daar kan geen haring- of bitterballenmeisje tegenop. De vaste ingrediënten kaas, haring en bloemen zijn een voorwaarden. We staan al jaren direct na de ingang, dus men komt ook bij het verlaten van de beurs hier weer langs. Dan nemen veel mensen een bosje tulpen mee, veel mensen vinden de tulpentuin hier mooier dan de officiële bloemenhal. Ze gaan hier graag even op de foto bij de molen. Ook zijn de Duitsers gek op de poffertjes. Die worden verzorgd door een moeder en zoon die hier al jaren staan.

Heel veel tradities dus, heeft u in 43 jaar wel iets zien veranderen?

Natuurlijk. Maar naast de vaste standhouders komen jaarlijks weer nieuwe mensen langs met innovatieve producten. Denk aan de cherrytomaten, nieuwe vleesproducten of speciaalbier.

Hoe komt het dat Nederland al jaren zo’n prominente plek heeft in Berlijn?

Dat heeft alles te maken met dat we hier al vanaf bijna het begin aanwezig zijn. Met langdurige relaties krijg je veel voor elkaar in Duitsland.

De bekende Boerenborrel – nu Ondernemersborrel – is ooit door u opgezet. Hoe kwam u daar op?

We wilden iets betekenen voor de vele Nederlandse boeren die hier na de Wende in Oost-Duitsland neerstreken. Het begon met een paar boeren die op de dinsdagavond na sluitingstijd samen kwamen. Inmiddels is het uitgegroeid tot een echt netwerkevenement voor ondernemers uit de hele regio. Sommigen wonen zelfs aan de Tsjechische grens en komen langs. Voor velen een mooie manier om andere Nederlanders te treffen.

Weet je dankzij dit artikel meer over Duitsland? Deel het met je collega's en vrienden:

Artikel door:
Op één dag de beste tips voor succes op de Duitse markt krijgen: Dat kan op 29 september 2016 op de Duitslanddag. Deze dag wordt dit jaar voor de tweede keer georganiseerd door de Duits-Nederlandse Handelskamer in samenwerking met Euler Hermes. Het veelzijdige programma bevat informatie over alle ins en outs van zakendoen in Duitsland en bestaat uit 12 workshops en 15 infosessies. Naast het plenaire programma met inspirerende sprekers bestaat ruime gelegenheid tot netwerken en het uitwisselen van ervaringen. Meer info’s over het programma en de aanmelding vindt u onder www.duitslanddag.nl. De Duits-Nederlandse Handelskamer (DNHK) ondersteunt al meer dan 115 jaar ondernemingen bij activiteiten op de markt in het buurland. Met ruim 1.500 leden vormt de DNHK het grootste Nederlands-Duitse zakennetwerk.

Bertus Bouwman (1986) laat het liefst het Duitsland zien dat je nog niet kent. Hij schrijft voor Duitslandnieuws over ondernemen, politiek en cultuur.