
Nederland wil in 2021 het meest flexibele en het beste digitale productienetwerk in Europa hebben. Om dat doel te halen speelt Duitsland een cruciale rol en daarom gaat Smart Industry samen met vertegenwoordigers van Nederlandse fieldlabs deze maand op werkbezoek.
De delegatie van Smart Industry Nederland bezoekt 19 en 20 juni het Competence centre aan de technische hogeschool RWTH Aachen, de ‘Demofabrik Aachen’ en het ‘Smart Automation Lab’ in Aken. Daarna volgt een bezoek aan het Competence Centre en de Smart Factory in Kaiserslautern.
Peter van Harten van programmabureau Smart Industry vertelt over het aanstaande bezoek.
Fieldlabs koppelen aan Duitse wetenschap
Wat is het concrete doel van dit bezoek?
We willen een brede samenwerking op gang brengen rond Smart Industry tussen Nederland en Duitsland. Ons speerpunt is de uitwisseling tussen de Nederlandse Fieldlabs en de Duitse Kompetenz Zentern en Innovation Zentern.
Wat is het verschil?
Het draait bij iedereen om het slimmer maken van de productieprocessen. Het grote verschil zit in de aanpak waarbij we elkaar nodig hebben om samen verder te komen. De Nederlandse Fieldlabs zijn erg bottom up gestructureerd, vanuit de bedrijven zelf. Bij de Duitse Kompetenz Zentern is het meer top down georganiseerd, vaak vanuit overheden of wetenschappelijke instituten.
Hoe kunnen Nederland en Duitsland elkaar daar helpen?
De Duitse partijen hebben veel kennis over wat er in de fabriek gebeurt, dat is heel interessant voor Nederlandse bedrijven die daarmee willen testen. In Nederland is er juist veel meer kennis over samenwerking in de hele keten, wat gebeurt er vóór en ná de fabriek. Dan heb je het over het delen van data tussen bedrijven, het toepassen van blockchain technologie en 3D-printen. Op de Hannover Messe hebben we daarom ook met het landelijke Plattform Industrie 4.0 al gesproken over meer samenwerking, dit bezoek is hier een vervolg op. We willen in Europa meer de krachten bundelen om samen sterker te staan op het wereldtoneel.
Fieldlabs verbinden wetenschap met praktijk
Wat hebben Duitse partijen hieraan?
We bouwen heel goede contacten op met de Duitse onderzoekswereld waar veel gebeurt rondom kunstmatige intelligentie (AI) en cyber security. De Duitsers zijn erg geïnteresseerd in de Nederlandse Fieldlabs omdat het binnen de wetenschap lastig is om onderzoek naar de praktijk te vertalen. Een aantal fieldlabs heeft een beter beeld over de hele keten buiten de fabriek. Zij hebben veel ervaring opgedaan met hoe je data binnen die keten deelt.
En wat levert het voor de Nederlanders op?
De enorme budgetten en kennis in Duitsland is erg interessant voor ons. Om dat te schetsen, de nieuwe organisatie voor cyber security, het CISPA – Helmholtz-Zentrum bouwt nu twee nieuwe panden op de campus in Saarbrücken waar per gebouw zo’n 700 mensen komen te werken. Die power van de Duitsers is noodzakelijk voor Nederland, omdat we anders internationaal niet verder komen. We hebben elkaar dus echt nodig.
Wat volgt hierna?
Ik ben ook betrokken bij het voorbereiden van de economische missie naar Saarland en Rijnland-Palts. Wat me in het voortraject al opvalt is de enorme bereidheid om samen te werken. Ik heb nog niet eerder meegemaakt dat men zo open staat hiervoor. Daar leeft echt de gedachte dat we het als Europa samen moeten doen als we willen opboksen tegen andere wereldmachten.