
Ruim een jaar gelden lanceerde de Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij voor Noord-Nederland (NOM) het noordelijke Smart Industry fieldlab ‘Region of Smart Factories’ (RoSF). In dit fieldlab, met een budget van 21 miljoen euro werken 40 partners uit het noorden samen bij het ontwikkelen van slimme fabrieken en een regionale ecostructuur om het noorden uit te bouwen tot een internationale Region of Smart Factories.
Op de Hannover Messe presenteerde het noorden zich als regio van slimme fabrieken. Hans Praat van RoSF vertelt of dat goed gelukt is.
Slimme fabrieken
Waarom moet Noord-Nederland bekend worden als Region of Smart Factories?
Wanneer we als regio acquisitie doen in Duitsland of elders op de wereld, dan is het handig om je op een bepaald thema te profileren. Bovendien hebben we in Nederland veel bedrijven die oplossing voor smart factories aanbieden. Samen zijn we heel ver met een goed concept over hoe je die omslag van gewone productielocatie naar smart factory kunt opzetten.
Kwam dat goed over op de Hannover Messe?
Wat daar vooral opvalt is hoe enorm het aanbod rond het digitaliseren van fabrieken is. Iemand zei: dat kan de markt nooit absorberen. Het aanbod loopt voor op de vraag. Maar die vraag gaat er komen, en de gevolgen zullen overweldigend zijn. Dit thema staat de komende 10 jaar zeker centraal op de Hannover Messe. Het is nu vooral moeilijk om als vroege aanbieder een business case te maken tot de tijd dat het echt losbarst.
Maatwerk uit het noorden
Hoe doe je dat?
Om op die vraag een antwoord te vinden werken we met verschillende bedrijven samen in ons fieldlab. Daar bouwen we aan een ‘joined smart factory’, een open fabriek waar verschillende mkb’ers van kunnen profiteren.
Maar hoe val je dan op als Noord-Nederland?
Waar grote partijen vaak standaardpakketten aanleveren, kunnen wij maatwerk bieden. Wij zijn kleiner, specialistischer en staan open voor innovatieve concepten. Bovendien kunnen we zeer interessante aanbiedingen doen rond foutloos produceren.
Full house @ Noordelijke high tech stand, 50 bestuurders en ondernemers onder de bezielende leiding van Siem Jansen NOM @B ..#na2400thuis pic.twitter.com/r1eP3bPa9Q
— Hans Praat (@HansPraat) April 26, 2017
Hoe merkte je dat op de beurs zelf?
We stonden in Hal 2 naast het grote Fraunhofer Instituut die het ook over smart factory hadden. Maar dan zie je wel dat wij ons veel speelser presenteren. Fraunhofer had een zuil met wat technologieën, wij stonden er met games, VR-technieken en configurators. Je merkte dat we veel meer aanloop bij onze stand hadden. Er was ook veel belangstelling uit Aziatische landen.
Wat heeft deze megabeurs opgeleverd?
Ons doel is vooral om onze regio op de kaart te zetten, ook binnen Nederland zelf. En de Hannover Messe is de plek waar de Nederlandse hightech-sector samenkomt. We zijn nog niet zo ver zoals de Brainport-regio rond Eindhoven, we zijn nog een new kid. Daarom werkt dit samen optrekken vooral ook verbindend voor bedrijven in onze eigen regio. De komende jaren zullen we ons nadrukkelijker richten op het leggen van contacten in Duitsland.
Leuker dan de Efteling
En wat neem je daarvan mee de rest van het jaar in?
Er is geen betere plek dan je verhaal te toetsen dan op de Hannover Messe. We kregen daar de bevestiging dat we op de goede weg zitten, mensen herkenden zich in onze oplossing. Dat motiveert. Verder willen we ons meer profileren als aanbieder van maatwerk. Ook in Duitsland worstelen veel mkb’ers met de vraag hoe zijn hun productieproces kunnen digitaliseren. Voor hen ontwikkelen we het antwoord.
Niet alleen Twente, ook Noord-Nederlandse scholieren kwamen naar Hannover. Hoe was dat?
Toch wel een hoogtepunt. Dit is de leeftijd om de interesse voor tech te triggeren. Ze zien met eigen ogen wat er tegenwoordig kan rond bijvoorbeeld robotica, dat maakt veel indruk op ze. Wat dat betreft is de Hannover Messe leuker dan de Efteling.
Wat doe je volgend jaar anders?
We hadden dit jaar als experiment diverse mkb’ers meegenomen die afwisselend een dag op de beurs mochten staan. Hun eerste reactie was vooraf typisch Noord-Nederlands gematigd: ‘eens proberen wat dat is’. Achteraf waren ze allemaal heel enthousiast, dus dat willen we komend jaar echt uitbreiden. En we willen vooraf meer afspraken maken met grote Duitse regio’s en aanwezig zijn bij kleinere events en congressen.