
Een schoner klimaat of voor goedkopere energieprijzen? Dat is de keuze waar de Duitse regering voor staat. Het daverende voornemen om de kerncentrales te sluiten, had als effect dat de vervuilende bruinkool extra populair werden en nu 40% van de Duitse energiemix uitmaakt. Nu wil Duitsland af van steen- en bruinkool voor 2045. Deze week berekende het energie-economisch instituut van de universiteit van Keulen dat dit 71,6 miljard euro gaat kosten.
Bij dat soort bedragen lopen de koude rillingen over de rug bij Duitslands grootste energieproducent RWE. Het concern dendert op het ravijn af omdat het te laat is meegegaan in de Energiewende en te lang vast hield aan de toen zeer lucratieve fossiele energiewinning. Aan de huidige Nederlandse topman Peter Terium de mammoetopgave om de energiereus te redden. Wat is er allemaal aan de hand in Essen en waar liggen de sterktes en zwaktes?
Enorme klap voor gemeenten: geen dividend van RWE
Wat hebben de gemeentebesturen van Essen, Mülheim en vele andere steden aan de Rijn en Ruhr met elkaar gemeen? Ze lijden allen onder de crisis waarin energiereus RWE AG verkeert.
Op 17 februari deelde topman Peter Terium droogjes aan de talloze aandeelhouders mee dat er dit jaar geen cent aan dividend wordt uitbetaald. Dat het bedrag lager zou uitvallen lag in de lijn der verwachtingen, maar dat er helemaal niets zou komen, dat hielden maar weinig voor mogelijk. Zoiets is bij RWE al meer dan een halve eeuw niet gebeurd.
Het dividend staat al automatisch bij de baten van veel gemeenten genoteerd, die 24% van de aandelen bezitten. Daarvan worden doorgaans de gemeentewerken betaald. Terium weet dat nu hier de financiële steunpilaren onder vandaan vallen, hij zich niet bepaald populair maakt. Maar er is volgens de Nederlander geen alternatief. RWE is in 2015 in de rode cijfers beland. Onder de streep ontbrak een bedrag van 170 miljoen euro. Een jaar eerder was er nog een winst van 1,7 miljard geboekt.
RWE heeft de Energiewende gemist
Het heeft alles te maken met de miljarden die RWE moet afschrijven op energiecentrales in Groot-Brittannië en Duitsland. De centrales lijden onder de Energiewende, het overstappen op duurzame energie. In dezelfde mate waarmee de markt gevoed wordt met wind- en zonne-energie, worden conventionele centrales van de markt geduwd. De stroomprijs is dramatisch ingestort. Begin dit jaar kostte een megawattuur nauwelijks meer dan 20 euro. Met deze prijzen verdient geen enkele centrale nog geld, aldus Terium. De winstmarges zijn verdwenen. Vijf jaar geleden – voor de kernramp in het Japanse Fukushima – bracht een megawattuur nog 60 euro op.
Toen haalde RWE nog met conventionele stroomwinning nog meer dan de helft van het bedrijfsresultaat binnen en draaiden centrales in Duitsland nog sprankelende winsten van 30%. Afgelopen jaar haalde het concern met conventionele stroom slechts nog 543 miljoen euro op. Dat is 45% minder dan vorig jaar, en slechts nog goed voor 14% van het bedrijfsresultaat van 3,8 miljard euro. De krimpende marges in de stroomproductie treft de cashflow hard. Met 3,3 miljard euro is dat met 40% gedaald. Het oordeel van experts is keihard; RWE heeft zitten slapen.
Het wordt alleen maar erger
De situatie in de conventionele stroomwinning is in 2015 alleen maar achteruit gegaan en het wordt nog erger. Experts verwachten voor de komende jaren nog lagere prijzen. Nu profiteert het concern nog van oude meerjarige prijsafspraken waardoor geleund kan worden op relatief hoge prijzen. Die voordelen vallen zeer binnenkort ook weg.
De prijsdaling was alleen al in de tweede helft van 2015 zo dramatisch, dat Terium zich tot de radicale maatregel gedwongen zag, die hij kort daarvoor nog beslist niet wilde nemen. Anders dan Eon-topman Johannes Teyssen, die al eind 2014 het afsplitsen van de onrendabele centrales aankondigde, wilde Terium afgelopen zonder nog vasthouden aan het bijeenhouden van het concern die zich bemoeit met alle niveaus binnen de energieketen; van opwekken tot de verkoop. Toen bracht stroom nog bijna 30 euro per megawattuur op.
Radicaal andere koers
Begin december verraste Terium met een radicale andere strategie. In tegenstelling tot Teyssen, wil hij juist de winstgevende tak afsplitsen, het netwerk, de verkoop en de duurzame energie. RWE AG heeft dan enkel nog aandelen in de nieuwe dochterbedrijven en blijft zelf verantwoordelijk voor de conventionele energiecentrales en de groothandel. Eind dit jaar wil Terium het nieuwe bedrijf naar de beurs brengen en 10% van de aandelen verkopen om zo geld op te halen. Tot die tijd staat de Nederlander aan het roer van beide bedrijven, daarna beperkt hij zijn activiteiten tot de nieuwe dochterondernemingen.
Topman Peter Terium splitst RWE op.
Zijn opvolger als RWE-topman Rolf Martin Schmitz moet dan de reorganisatie van de conventionele energiecentrales leiden. Hij moet de lasten dragen die Terium achterlaat. En die zijn enorm. Afgelopen jaar kon RWE weliswaar de schulden terugbrengen met 5,8 miljard euro, vooral dankzij de verkoop van olie- en gasproducent Dea. Toch drukt nog altijd een nettoschuld van 25,1 miljard euro op het bedrijf.
Kredietbeoordelaars zien het steeds somberder in voor RWE en wijzen vooral op de extra kosten die ontstaan voor het afwikkelen van de kernenergie en bruinkooltak. Alleen al aan het sluiten van de kerncentrales is het concern 10,5 miljard euro kwijt. En de Duitse regering bespreekt nu of dit bedrag wel hoog genoeg is.
Sterkte-zwakteanalyse
Voor RWE staat veel op het spel. En de talrijke gemeenten die aandeelhouder zijn moeten zich nog meer zorgen maken. Handelsblatt maakte een sterkte-zwakte-analyse voor het energieconcern.
Sterkte 1 – duurzame energie
Geen twijfel mogelijk. RWE heeft zitten slapen bij de Energiewende. Nog in 2005, toen Duitsland al lang bezig was met het overstappen op duurzame energie, begon de grootste stroomproducent van Duitsland met een enorm investeringsprogramma in fossiele energie. Meer dan 12 miljard euro investeerde RWE in de bouw en modernisering van kolen- en gascentrales. Pas in 2008 werd er voor het eerst gekeken naar groene stroom, met het oprichten van dochterbedrijf RWE Innogy.
Na een lange aanloopfase beginnen de eerste vruchten zich af te werpen van die stap. Afgelopen jaar bleek het bedrijfsresultaat met 493 miljoen euro (2014: 186) bijna net zo hoog als die van de conventionele tak. Voor het eerst kon de duurzame dochter een bescheiden winstbijdrage leveren van 23 miljoen euro. Een jaar eerder was het verlies nog 240 miljoen euro.
De offshore windparken beginnen nu te draaien.
RWE Innogy heeft de afgelopen jaren miljarden gestoken in het bouwen van duurzame energiecentrales. Vooral in windparken op zee. In 2015 begonnen twee grote projecten, Gwynt y Mor in Groot-Brittannië en Nordsee Ost in Duitsland, eindelijk te draaien en voor opbrengsten te zorgen.
Terium had de afgelopen jaren zelfs nog beknibbeld op investeringen in de duurzame tak, omdat het concern domweg er geen geld voor had. Het geld dat de Nederlander aan met de beursgang wil ophalen, moet geheel in Innogy worden gestoken. Toch maakt het aandeel groene stroom slechts 5% uit van de totale productie. RWE heeft dus ondanks de miljardeninvestering nog een inhaalslag te maken.
Sterkte 2: Miljarden dankzij verkoop Dea
RWE verkocht maart vorig jaar olie- en gasdochter Dea aan de Luxemburgse investeerder Letter One. Een transactie van 5,1 miljard euro, inclusief schulden. Daarmee werd een aanzienlijk deel van de schuld weggewerkt. RWE verliest met de verkoop weliswaar een dochter die voor een goed inkomen zorgde. Twee jaar geleden maakte Dea nog 10% van het bedrijfsresultaat uit.
De verkoop van Dea leverde miljarden op en scheelt veel extra kopzorgen.
Maar de omstandigheden op de olie- en gasmarkt zijn recent radicaal verslechterd. Bij de verkoop kostte een vat olie nog meer dan 100 dollar, nu is dat rond de 40 dollar. Ook moest RWE veel geld steken in Dea. Het concern had nauwelijks nog geld om in nieuwe olievelden te investeren.
Terium moest lang vrezen dat de deal niet doorging vanwege het Oekraïne-conflict. Achter Letter One staat de Russische oligarch Michail Fridman. Dit hoofdpijndossier heeft de Nederlander dus succesvol van tafel kunnen vegen.
Zwakte 1: conflicten met de gemeenten
Sinds het Rheinisch-Westfälische Elektrizitätswerk AG in 1898 werd opgericht, hebben de gemeentebesturen aan de Rijn en Ruhr een dikke vinger in de pap. Samen bezitten ze 24% van de aandelen en in de raad van toezicht hebben ze 4 vertegenwoordigers.
Oorspronkelijk bracht die nauwe band voor RWE vele voordelen. Het concern is goed vertakt in de regio en de aandeelhouders zijn ook nog eens klant. RWE heeft in vele gemeenten de concessie gewonnen om de netwerken te mogen exploiteren en heeft vaak een aandeel in de gemeentelijke stroomvoorziening. Concurrenten hebben hierdoor geen kans.
Maar tegelijkertijd zorgt deze constructie ook voor voortdurende conflicten met de bestuurders. Vertegenwoordigers van gemeenten drukten via de raad van commissarissen hun belangen door, en trokken vaak samen op met de vakbonden.
RWE ligt in de clinch met gemeenten die aandeelhouder zijn.
De afgelopen maanden is dat conflict weer uit de hand gelopen. Vooral het schrappen van dividend zet kwaad bloed. Voor de gemeenten is het echt een probleem, omdat ze dit geld al als baten in de begroting hadden genoteerd. In totaal lopen ze 150 miljoen euro mis.
Het opsplitsen van het concern wordt officieel gesteund door de gemeenten, maar ze vrezen voor verlies van invloed. Want de aandelen die ze bezitten, horen straks enkel bij het probleemkind: de conventionele energiecentrales. Ze hebben straks geen invloed meer op de winstgevende onderdelen die worden afgesplitst. Daarom eisen ze plekken in de raad van toezicht van het nieuw op te richten concern. Peter Terium is daar fel tegen, waardoor hij zwaar in de clinch ligt met de gemeenten die zich beraden op gerechtelijke stappen.
Zwakte 2: marges bij bruinkool verdampen
Decennialang gold bruinkool als het paradepaardje van RWE. Het concern haalde zelf de bruinkool uit de grond en jon het voor een zacht prijsje leveren aan de eigen energiecentrales in het Ruhrgebied. Bruinkoolcentrales gelden als de meest rendabele vorm van energiewinning. De kostprijs voor het winnen van bruinkool en kernenergie ligt rond de 20 tot 25 euro per megawattuur. Bij steenkool is dat dat 25 tot 35 euro, bij gas zelfs 45 tot 55 euro. Afgelopen jaar maakte bruinkool 37% uit van de totale productie van RWE.
Maar bij de huidige stroomprijs van 22 euro per megawattuur, brengen zelfs bruinkoolcentrales nauwelijks nog geld op. En het laatste restje van de marge kan ook snel voorbij zijn, wanneer de politiek de emissiehandel aanscherpt. Bruinkool geldt ook als de meest vervuilende vorm van energiewinning. RWE is de bruinkoolkampioen van Europa. Mocht Brussel met de emissiehandel aan de slag gaan, zoals afgesproken is in de klimaatakkoorden. Dan gaat dat RWE miljarden kosten.
Tegelijkertijd groeit de druk op RWE om de bruinkoolwinning sneller te minderen dan nu is afgesproken. Na kernenergie heeft de milieubeweging nu bruinkool in het vizier. Hoe sneller de mijnen moeten sluiten, hoe duurder dat wordt voor het concern.