
Bijna onopgemerkt door Nederlandse media vinden vandaag deelstaatverkiezingen in het Duitse Saarland plaats. De deelstaat aan de Franse grens kent slechts zo’n 800.000 kiesgerechtigden. Alleen al in Keulen wonen meer mensen. Het ligt dus voor de hand om deze deelstaatverkiezingen te negeren.
Toch is dit een misvatting. Er staat veel op het spel. De meest recente deelstaatverkiezingen draaiden allemaal om de opkomst van de Alternative für Deutschland (AfD). Dit is nu geen thema in Saarland, daar wordt het zelfs spannend of de rechts-populisten de kiesdrempel van 5% wel zullen halen.
Schulz-effect treft Saarland
Op dit moment wordt het Saarland geregeerd door een zogenaamde grote coalitie van CDU en SPD onder de ervaren minister-president Annegret Kramp-Karrenbauer. Tot eind januari dit jaar verwachtte niemand dat de CDU met Kramp-Karrenbauer deze verkiezingen zou kunnen verliezen. De SPD stond op 26% in de peilingen voor deze verkiezingen en daarmee 12% achter de CDU.
En toen gebeurde er iets op nationaal niveau waarmee niemand rekening had gehouden. Sigmar Gabriel, partijvoorzitter van de SPD, maakte – zelfs voor partijgenoten – zeer verrassend bekend dat hij niet de campagne wilde leiden voor de Bondsdagverkiezingen op 24 september.
Hij maakte de weg vrij voor Martin Schulz, die op dat moment nog voorzitter van het Europees Parlement was. Deze wisseling van de wacht kwam als een donderslag bij heldere hemel. In de peilingen voor de landelijke verkiezingen stond de SPD eind januari net boven de 20%. Zijn missie om Merkel te verslaan, en toch dacht niemand aan zijn aftreden omdat er geen opvolger leek klaar te staan.
Wie de Duitse politiek sindsdien volgt moet met verbazing constateren dat Martin Schulz bezig is een enorme opmars in de peilingen. De SPD staat ineens 10% hoger en is daarmee de CDU/CSU van Merkel tot op 1 of 2 procentpunten genaderd.
CDU hoopt Schulz te stuiten
Dat is precies de reden waarom de deelstaatverkiezingen in Saarland in Duitsland wel goed worden gevolgd. De peilingen van afgelopen week laten zien dat de ruime voorsprong van de CDU is teruggebracht tot slechts 3 tot 5%. Die marges zijn te klein voor de CDU om achterover te leunen.
De christendemocraten willen vooral de zittende minister-president Kramp-Karrenbauer in het zadel houden en daarmee ook enigszins de opmars van de SPD onder Martin Schulz stuiten. Als de in de bondspolitiek relatief onbekende SPD-kandidaat Anke Rehlinger in Saarland weet te winnen, geeft dit een ontzettende boost aan de campagne van de SPD op andere fronten.
De volgende deelstaatverkiezingen in mei in Sleeswijk-Holstein maar vooral die in het grote Noordrijn-Westfalen zou dan eveneens tot grote overwinningen van de SPD kunnen leiden. Vooral de verkiezingen in Noordrijn-Westfalen zijn van oudsher een graadmeter voor de Bondsdagverkiezingen. Ter vergelijking; in Noordrijn-Westfalen wonen net iets meer mensen dan in Nederland.
PvdA kan leren van succes SPD
Als de Nederlandse politici – en vooral de Partij van de Arbeid – verstandig zijn, moeten ze de ontwikkelingen bij de Genossen in Duitsland scherp in de gaten houden. In bepaalde opzichten was de situatie van de Duitse SPD in januari te vergelijken met de miserabele positie van de PvdA nu. Bij de sociaaldemocraten was er nauwelijks hoop op een betere toekomst. Dat is de afgelopen maanden compleet omgedraaid.
PvdA’er Ronald Plasterk bepleitte deze week al de ondergang van de sociaaldemocratie in Nederland. Dat lijkt mij te voorbarig. Ten eerste vind ik het ongepast van iemand die al jaren in de partijtop meedraait om aan het eind van zijn politieke carrière maar even de partij te willen opheffen. Ten tweede vind ik het te makkelijk om na slechts één verkiezingssucces direct bij GroenLinks te willen aanhaken. En last not but least ontbreekt een goede analyse waarom het nu precies mis ging.
Daarom ging het mis bij de PvdA
Ik zie drie belangrijke redenen voor de neergang van de PvdA.
Ten eerste werd de partij afgestraft voor impopulaire maatregelen die nodig waren om Nederland uit de crisis te helpen. Ook dat heeft de Duitse SPD onder Gerhard Schröder meegemaakt. De voormalig bondskanselier voerde met ‘Agenda 2010’ ingrijpende hervormingen door in Duitsland. Hervormingen waarvan Angela Merkel en de CDU nog steeds profiteren.
Schröder werd er bij de verkiezingen direct voor afgestraft. Alleen zijn verlies viel veel minder laag uit doordat hij juist de noodzaak van de hervormingen tijdens zijn hele regeerperiode altijd weer heeft uitgelegd. Deze moeilijke discussie is de PvdA in mijn optiek tijdens haar regeringsdeelname aan Rutte II volledig uit de weg gegaan.
Ten tweede was het zeer onverstandig om kort voor de verkiezingen een interne machtsstrijd voor een nieuwe partijleider te ontketenen. Was men zo wanhopig bij de PvdA? Welke andere redenen had de partijtop dan dat het de grote risico’s terzijde heeft geschoven? Men kon en moest weten dat de verliezer achteraf in de verkiezingscampagne niet meer kon meedoen.
Opvallend daarbij is dat ook de Duitse sociaaldemocratie veel voorbeelden kent van meer aandacht voor de interne strijd dan voor de externe tegenstander.
En ten derde werd een verkiezingscampagne gevoerd die de peilingen volledig negeerde. Asscher probeerde zich vanaf het eerste debat als premierskandidaat te presenteren en hield dat weken vol. Pas twee dagen voor de verkiezingen liet hij een andere kant zien en toonde hij zowel emotie en liet een sociaal-democratisch geluid horen. Ik vind dat hij al vanaf begin had moeten hameren op dat de PvdA aan de noodzakelijke hervormingen heeft meegewerkt om in de toekomst juist de behoeften van de achterban te kunnen waarborgen.
Asscher miste de emotie die Samson in de laatste verkiezingscampagne van 2012 wel heeft kunnen vertolken en waardoor hij bijna de grootste werd. Die emotie werd tijdens deze campagne gemist en Jesse Klaver maakte daar dankbaar gebruik van.
Juiste emotie
Dit is precies wat ik zowel uit de verkiezingen in Nederland als de opmars van Martin Schulz in Duitsland kan opmaken. Jesse Klaver heeft niet zo zeer succes geboekt omdat hij met nieuwe ideeën komt, maar veel meer omdat hij een emotie en een geluid vertolkt waar mensen in geloven.
Dit lijkt precies op wat Martin Schulz in Duitsland doet. Inhoudelijk heeft Schulz nog amper punten prijs gegeven. Hij pleit voor meer sociale gerechtigheid en wil de eerdere hervormingen in het sociaal stelsel gedeeltelijk aanpassen. Voor de kiezers is dit kennelijk voldoende. De mensen stromen weer terug naar de SPD. Het gaat er blijkbaar meer om dat er weer een leider staat die hun taal spreekt en die hun belangen vertolkt. Dat creëert het nodige vertrouwen. En dat lijkt belangrijker te zijn dan de inhoud.
Er is dus altijd hoop, ook voor de PvdA.